» Opgroeien gaat met vallen en opstaan

Opgroeien gaat met vallen en opstaan

Patricia en Sabina wonen met hun vier pleegkinderen (vijf, drie, twee en een baby van 3 maanden) lekker buiten. De kinderen hebben alle ruimte om in en om het huis te spelen. Hun eigen- studerende- kinderen zijn inmiddels het huis uit maar eten eens per week thuis en vinden het leuk om de jonge kinderen dan mee te maken. Pleegouders hebben allebei ruime werkervaring binnen het speciaal onderwijs en hun kennis en vaardigheden komen in de dagelijkse opvoeding goed van pas. Opvoeden doen ze onvoorwaardelijk, betrouwbaar, en liefdevol.

Het was een bewuste keuze voor ons om destijds voor kinderen te kiezen die veel jonger zijn dan onze eigen kinderen. Zo zitten ze niet in elkaars vaarwater, was onze gedachte. En was de kans dat onze eigen kinderen belast zouden worden met moeilijk gedrag van een pleegkind minder groot. Het leek ons heel ingewikkeld als dat zou gebeuren, want je eigen kind zit als het ware in je ziel. Van een pleegkind kun je heel veel houden maar toch is het een klein beetje anders. En om een kind dat aan je zorg wordt toevertrouwd weer te laten gaan als het voor je eigen kind niet werkt, dat wilden we voorkomen.

Het opvoeden van de pleegkinderen vraagt veel van onze planning, aandacht en schakelvaardigheden om de dag met elkaar tot een goed einde te brengen. Het is echt werken, omdat de kinderen waar we voor zorgen allemaal wat hebben meegemaakt. Over de allerjongste is nog wel veel onduidelijk. Het zou zomaar kunnen dat er sprake is van het FAS- syndroom. Maar goed, dat zien we dan wel weer.

We gaan er gewoon voor! We stellen ons erop in dat we van alles kunnen tegenkomen en beleven, zonder het nou echt beren op de weg te noemen. We weten dat we dit samen kunnen maar vooral ook willen. Het is inmiddels ons leven.

Ieder kind heeft -vinden wij- recht op een veilige warme plek als het thuis niet lukt. Zeker als er sprake is van trauma en de rugzak al zo vol is. We vinden het allebei fijn om dan iets te kunnen betekenen. Zorgen voor een ander, zeker als het een kwetsbare ander is, voelt goed en logisch voor ons. Niet omdat het nou zo gemakkelijk is, integendeel. Maar het is wel heel mooi om een kind dat door iedereen als onhandelbaar werd ervaren ‘vast te houden’ en dan -met een héél lange adem- voor elkaar te krijgen dat ze zich positief kan ontwikkelen. Van een boze en angstige peuter naar een open meisje met rust in het lijf.

Wij vinden het fijn om kinderen bij ons een nieuwe start te kunnen bieden. We vinden ook dat het opgroeien bij ons met vallen, opstaan en moeite mag gaan, het hoeft niet per se over een leien dakje te gaan. Het mag en zal er allemaal zijn: verdriet, boosheid, onbegrijpelijk gedrag, extra onderzoeken en/of therapieën. Je hebt er een hele kluif aan. En zeker bij de kleintjes weet je niet wat je kan verwachten van de ontwikkeling.

We weten wél wat een kind van ons kan verwachten. Wij zijn er gewoon voor een kind, door dik en dun. We geven niet op, we gaan ervoor, met hart en ziel, zolang als nodig, met alles wat nodig is. Wij willen een kind behoeden voor nog meer trauma. We bieden kinderen een vaste plek, op stevige grond. Wortelen mag!