» Naar een tehuis? Dat kon ik niet over mijn hart verkrijgen

Afbeelding WSGDaar stonden ze dan plotseling in de woonkamer van kersverse pleegouders Dineke en Anton. In hun pyjama, met ieder een koffertje kleren: Jessica van 7 jaar en haar oudste broer Michael van 12. Hun broertje Patrick (10) was ergens anders ondergebracht. Het was allemaal nogal heftig gegaan. Met behulp van de politie waren ze thuis uit bed gehaald en weggebracht. Nu al weer tien jaar geleden.

Omdat Jessica en Michael een licht verstandelijke beperking hebben, komen ze onder de hoede van de William Schrikker Pleegzorg (WSS). Het IQ van Patrick is gewoon goed, daarom gaat hij naar andere opvang. "Dat vond ik wel zielig, hij was daar helemaal alleen", zegt Jessica.
Michael en Jessica zijn de eerste pleegkinderen in het gezin van Dineke en Anton. Waarom? Anton: "We kwamen op een leeftijd dat we dachten: als we nog iets willen ondernemen of betekenen, moeten we dat nu doen." Dineke: "Bijvoorbeeld een zorgboerderij beginnen, dat leek ons wel wat. Ik ben lerares op een school met zeer moeilijk lerende kinderen en Anton werkt bij een hoveniersbedrijf. De ideale combinatie daarvoor dus. Maar zoiets kopen, een onderneming opzetten, dat vonden we toch te veel gedoe. Toen kwamen we op het idee van pleegzorg, en dan met name voor kinderen met een licht verstandelijke beperking, de doelgroep van de WSG, vanwege mijn opleiding."
Hun twee eigen kinderen, op dat moment pubers van 15 en 16, vonden het een goed idee. "Lijkt me gezellig", zei de jongste. "Als ik er maar geen last van heb", meldde de oudste.
Een half jaar lang gebeurde er vervolgens niks. Tot op een dinsdag de telefoon ging met de vraag of ze twee dagen later een crisisplaatsing konden hebben. Die ochtend stonden Jessica en Michael op de stoep. In eerste instantie voor zes weken. Daar werd een tweede periode van zes weken aan geplakt en daarna werd de plaatsing definitief. Anton: "We waren na die twaalf weken al zo aan ze gehecht, hadden al zo’n band, dat we zeiden: laat ze maar blijven. We beslissen zoiets gewoon à la minute." Dineke: "Anders had Michael waarschijnlijk naar een tehuis gemoeten, dat kon ik niet over mijn hart verkrijgen." Maar het huis was wel wat krap voor zes personen. "Daarom hebben we de garage verbouwd tot slaapkamer."

Cake met stukjes stroopwafel
Tien jaar later zit, een beetje schuchter, een jonge vrouw op de bank bij Anton (60) en Dineke (57). Jessica (17), haar haren in een lichte rode tint geverfd, heeft een cake met daarin stukjes stroopwafel gebakken voor het bezoek. Een interview, een foto, ze vindt het allemaal wel wat spannend.
Haar pleegouders vertellen niet zonder trots dat Jessica zich heel goed heeft ontwikkeld. "Ze zit op het speciaal onderwijs en binnenkort gaat ze stagelopen bij een kledingwinkel hier in het dorp. Een boodschap doen, het huis schoonmaken, dat kan ze heel goed", zegt Dineke. Anton: "Wat ik heel belangrijk vind, is dat ze weet dat ze altijd bij ons terecht kan als er wat is. Pas ging er iets mis, en toen heeft ze ons om hulp gevraagd, dat vond ik fijn. Zo moet het zijn."

Wat ze zelf leuk vindt om te doen? "Met mijn telefoon spelen", zegt Jessica een beetje besmuikt. Vanaf dag één is ze altijd een beetje ingetogen geweest, vertelt Dineke. "Ik had verwacht dat de kinderen in het begin zouden huilen, schreeuwen, protesteren, maar ze deden niets van dat alles."
Over de reden van de uithuisplaatsing hebben Jessica en Michael nooit veel losgelaten. Dineke en Anton hebben van de instanties daarover ook weinig te horen gekregen. "We weten wel dat ze, zo klein als ze waren, tot laat op straat zwierven. We houden het erop dat het een heel onveilige situatie voor ze was."
De eerste jaren mochten de biologische ouders niet weten waar Jessica en Michael woonden. Dat was geheim. Wel hadden ze om de zes weken, onder toezicht van hulpverleners en samen met hun pleegouders, ergens op een neutrale plaats een ontmoeting met hun ouders. "Dat was altijd een drukte van jewelste. Vader en moeder waren gescheiden en hadden allebei een nieuwe relatie. Vaak namen ze ook nog familieleden mee, zaten we daar met een man of twintig bij de McDonald’s. Heel onhandig", zegt Anton.
Na vijf jaar kon de geheimhouding er wel van af, de biologische ouders zijn ook weleens bij Anton en Dineke thuis geweest. De boosheid over de uithuisplaatsing heeft vrij snel plaatsgemaakt voor begrip. "Ze zijn altijd heel lief, brengen cadeautjes mee", zegt Jessica. Dineke: "Ik denk dat ze gewoon niet voldoende capaciteiten hebben voor het ouderschap. De ouders leven zo anders dan wij. Ze deden waarschijnlijk wel hun best maar ze hadden niet de mogelijkheden, wel de liefde."